4 op de 10 arbeidsongeschikt door psychische klachten

14-03-2022 LEMMER – In 2020 werden ruim 4 op de 10 arbeidsongeschiktheidsuitkeringen verstrekt op grond van psychische klachten. Daarmee is dit nog steeds verreweg de meest voorkomende grond voor arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

De meeste uitkeringen binnen diagnoses in de hoofdcategorie psychische stoornissen. Op de tweede plaats staat de hoofdcategorie ziekten van het bot- en spierstelsel, op de derde plaats komen ziekten van het zenuwstelsel, oog en oor.

Vergeleken met eind 2011 veranderde het aantal uitkeringen per hoofdcategorie weinig. Uitzonderingen zijn de bot- en spierziekten, waar het aantal diagnoses met bijna 20 procent afnam, en de ontwikkelingsstoornissen, waar het aantal gevallen bijna 80 procent hoger lag. Onder ontwikkelingsstoornissen vallen aandoeningen als ADHD en stoornissen in het autistisch spectrum. Na de introductie van deze categorie in 2007, is deze vooral tot en met 2014 snel gegroeid.

Verder is er sinds 2011 een flinke toename van het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen waarvan de achterliggende medische oorzaak onbekend is. Deze stijging gaat echter samen met een daling in de categorie algemene en endocriene ziekten (ziekten aan het hormoonstelsel), waar aandoeningen kunnen worden ondergebracht die in geen andere categorie vallen.

Er is ook een kleine toename in de hoofdcategorie ziekten van het ademhalingsstelsel. Deze stijging komt niet door de gevolgen van long COVID, omdat deze diagnose pas vanaf 2022 eventueel in de arbeidsongeschiktheidsuitkeringenstatistiek te zien zal zijn.

Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen vaker verstrekt aan vrouwen
Vanaf 2015 worden er meer arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan vrouwen verstrekt dan aan mannen. Deze toename gaat samen met een grotere arbeidsparticipatie van vrouwen. De mate van verschuiving in de verhoudingen gaat echter niet gelijk op. In 2011 maakten vrouwen 46 procent uit van de beroepsbevolking, in 2020 was dat 47 procent. In dezelfde periode steeg het aandeel van vrouwen onder ontvangers van een arbeidsongeschiktheidsuitkering van 48 naar 52 procent. Vrouwen blijken dan ook een grotere kans op een arbeidsongeschiktheidsuitkering te hebben dan mannen.