02-10-2022 LEMMER – In 2021 voelde 11 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder zich sterk eenzaam. Dat zijn er meer dan twee jaar eerder (9 procent). Alleenstaanden en alleenstaande ouders voelden zich het vaakst eenzaam. In 2021 gaven jongeren van 15 tot 25 jaar het vaakst aan zich sterk emotioneel eenzaam te voelen, in 2019 waren dat nog de 75-plussers. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn.
In 2019 en 2021 zijn in een enquête vragen gesteld over eenzaamheid. Aan bijna 7 duizend mensen van 15 jaar of ouder werden stellingen voorgelegd over het ervaren van leegte om zich heen, of zij mensen om zich heen missen, en of zij zich vaak in de steek gelaten voelen (emotionele eenzaamheid). Daarnaast werd gevraagd of zij mensen om zich heen hebben met wie zij zich verbonden voelen, die zij vertrouwen, en op wie zij in het geval van narigheid kunnen terugvallen. Het (deels) ontbreken van deze sociale steun kan een aanwijzing zijn voor sociale eenzaamheid. De algehele eenzaamheid is gebaseerd op de stellingen over zowel emotionele als sociale eenzaamheid.
Gevoel van eenzaamheid toegenomen
In 2021 voelde 11 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder zich sterk eenzaam, 32 procent was enigszins eenzaam. In 2019 was dat achtereenvolgens 9 en 26 procent.
Alleenstaande ouders vaakst sterk eenzaam
In 2021 zijn, net als in 2019, alleenstaanden (16 procent) en alleenstaande ouders (19 procent) het vaakst sterk eenzaam. Kinderen die bij hun ouders wonen (ongeacht hun leeftijd) voelden zich vaker sterk eenzaam (12 procent, tegen 8 procent in 2019). Ook partners zonder kinderen zijn met vaker eenzaam dan twee jaar geleden (9 procent tegen 6 procent).
Jongeren vaker emotioneel eenzaam dan ouderen
Het percentage 15-plussers dat zich sterk emotioneel eenzaam voelde (een hechte band mist) nam tussen 2019 en 2021 toe van 8 naar 11 procent. Onder 15- tot 25-jarigen is dit aandeel met 14 procent het hoogst. Ook laat deze groep de sterkste toename zien ten opzichte van twee jaar eerder, toen 75-plussers nog het vaakst sterk emotioneel eenzaam waren.
Uit ander onderzoek van het CBS blijkt dat jongeren (18 tot 25 jaar) in 2020 het vaakst van alle leeftijdsgroepen aangaven dat zij zich tijdens de coronaperiode vaker eenzaam voelden dan daarvoor.
Toename sociale eenzaamheid
Ook de groep die zich sterk sociaal eenzaam voelde (behoefte heeft aan meer sociaal contact) is tussen 2019 en 2021 toegenomen, van 12 naar 14 procent. Sterke sociale eenzaamheid komt het vaakst voor onder 45- tot 55-jarigen (19 procent), maar ook 25- tot 45-jarigen gaven aan zich vaak sociaal eenzaam te voelen (15 procent). Onder 25- tot 35-jarigen steeg de ervaren sociale eenzaamheid in deze jaren het sterkst: van 10 naar 15 procent.
Data over eenzaamheid
In de Staat van Volksgezondheid en zorg (website met kerncijfers op het terrein van het Ministerie van VWS, gemaakt door acht samenwerkende organisaties waaronder het CBS) is een kerncijfer opgenomen over eenzaamheid, gebaseerd op de Gezondheidsmonitor die eens in de vier jaar wordt gemaakt (laatste jaar: 2020). De cijfers in dit nieuwsbericht hebben betrekking op 2019 en 2021, en zijn gebaseerd op het onderzoek Sociale samenhang en welzijn. Ook hebben deze cijfers betrekking op een andere leeftijdsafbakening (15 jaar of ouder, in plaats van 18 jaar of ouder). De onderzoeksopzet en uitvoering van beide onderzoeken zijn niet geheel vergelijkbaar.