06-12-2022 LEMMER – In Fryslân had 8,4 procent van de huishoudens een hoge of zeer hoge kans op vervoersarmoede in 2020. De afstand tot de supermarkt en de nabijheid van familie spelen hierbij een belangrijke rol. Het CBS heeft -vervolgonderzoek uitgevoerd naar het risico op vervoersarmoede voor de provincie Fryslân in opdracht van DataFryslân.
Vervoersarmoede betekent een gebrek aan vervoersmogelijkheden, waardoor je niet of niet goed kunt k joureomen waar je heen zou willen. Dit belemmert mensen in hun deelname aan maatschappelijke en economische activiteiten. Er zijn meerdere factoren die een rol spelen bij vervoersarmoede, bijvoorbeeld voertuigbezit, inkomen en gezondheid.
Van de in totaal 305 duizend huishoudens in Fryslân hadden bijna 26 duizend huishoudens in 2020 een hoge tot zeer hoge kans op vervoersarmoede. Het merendeel van de Fryske huishoudens had een lage of zeer lage kans op vervoersarmoede, respectievelijk 50,5 en 41,1 procent.
4 op 10 Fryske huishoudens woont ver van de supermarkt
Het risico op vervoersarmoede onder huishoudens wordt bepaald op basis van negen deelindicatoren, waaronder voertuigbezit, huishoudinkomen, kenmerken van huishoudens en nabijheid van bestemmingen. Als huishoudens niet in de buurt van een supermarkt wonen, draagt dat bijvoorbeeld bij aan een hoger risico op vervoersarmoede. Van alle Fryske huishoudens woonde bijna 44 procent op een afstand tot een supermarkt van 800 meter of meer (over de weg gemeten). Dit duidt op een hoog risico op vervoersarmoede. Daarnaast had ruim 26 procent van de huishoudens naaste familie wonen op meer dan 20 kilometer afstand, en was 23 procent van de huishoudens niet in het bezit van een auto of ander motorvoertuig.
Hoogste risico in Harlingen, Ooststellingwerf en Smallingerland
De Fryske gemeenten waar relatief de meeste huishoudens een hoog of zeer hoog risico liepen op vervoersarmoede zijn Harlingen (13,9 procent), Ooststellingwerf (11,3 procent) en Smallingerland (11,2 procent). Het kwam in deze gemeenten relatief vaak voor dat huishoudens ver van de supermarkt woonden, niet in de buurt van naaste familie woonden en/of niet beschikten over een motorvoertuig. Gemeenten in Fryslân waar relatief de minste huishoudens een hoog of zeer hoog risico hadden op vervoersarmoede zijn de Waddeneilanden. Op deze eilanden heeft maar een klein deel van de mensen geen openbaar vervoer of supermarkt in de buurt.