08-01-2023 LEMMER – In 2022 stegen de cao-lonen met 3,2 procent ten opzichte van 2021, de grootste toename sinds 2008. De inflatie was flink hoger. In de bedrijfstak onderwijs was de loonstijging het grootst. In het laatste kwartaal van 2022 waren de cao-lonen 3,6 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Dit is de grootste cao-loonstijging in twintig jaar. In het tweede kwartaal van 2002 was de stijging met 3,7 procent nog net iets hoger.
De ontwikkeling van de consumentenprijzen (cpi) is pas komende dinsdag bekend, maar deze zal ruim boven die van de cao-lonen liggen. In de eerste elf maanden van 2022 was de gemiddelde toename van de cpi 10,0 procent. Daarmee is de reële cao-loonontwikkeling (de cao-loonontwikkeling gecorrigeerd voor inflatie) rond de -6 procent in 2022. Sinds de start van de publicatie van deze jaarcijfers in 1973 is zo’n groot verschil tussen cao-loonstijging en inflatieontwikkeling nog niet voorgekomen.
Grootste stijging bij sector overheid
In 2022 stegen de lonen het meest bij de sector overheid; met 4,1 procent. In de sector gesubsidieerde instellingen en de sector particuliere bedrijven namen de lonen toe met respectievelijk 3,3 en 3,0 procent. Vorig jaar had de sector overheid nog de kleinste loonstijging (1,9 procent).
Grootste loonstijging in bedrijfstak onderwijs
Op het niveau van bedrijfstakken stegen de lonen in 2022 met 5,2 procent het meest in het onderwijs. In het vierde kwartaal is de loonontwikkeling opgelopen naar 7,0 procent. De stijging in het onderwijs komt onder andere doordat dit jaar de lonen in het primair en het voortgezet onderwijs gelijkgetrokken zijn.
De bedrijfstak vervoer en opslag (4,6 procent) is de tweede grootste stijger in 2022. In de bedrijfstakken landbouw, bosbouw en visserij en energievoorziening stegen de lonen het minst met respectievelijk 2,0 en 2,2 procent.
Contractuele loonkosten met 3,6 procent gestegen
De contractuele loonkosten; de cao-lonen plus werkgeverspremies, stegen met 3,6 procent in 2022 ten opzichte van een jaar eerder. Per kwartaal namen de loonkosten toe; in het vierde kwartaal was de toename van de loonkosten 4,9 procent. Hiermee ligt de ontwikkeling van de contractuele loonkosten hoger dan die van de cao-lonen. De vergelijking met het laatste kwartaal vorig jaar valt hoger uit, omdat van augustus tot en met december 2021 de WW-premie tijdelijk werd verlaagd. Daartegenover staat dat de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (Zvw) in 2022 is verlaagd ten opzichte van 2021.
Ongeveer 8 op de 10 werknemers vallen onder een cao. Per 1 januari 2023 speelt de cao-loonontwikkeling een rol bij het vaststellen van de maximaal toegestane huurverhoging in de vrije sector.