Integrale aanpak van ammoniak- en methaanemissie in melkveehouderij

13-03-2023 LEMMER – De Nederlandse melkveehouderij staat voor de opgave om een belangrijke bijdrage te leveren aan de vermindering van de  methaan- en ammoniakemissie. Een integrale aanpak moet er voor zorgen dat dit in de praktijk gepaard gaat met werkbare maatregelen. Onderzoekers hebben op vijf Koeien & Kansen-bedrijven jaarrond voermaatregelen getoetst op effectiviteit en werkbaarheid.

Het onderzoek richtte zich op de technische aspecten van het implementeren van de maatregelen binnen het bedrijfsmanagement. In 2020 is het prototype van het voerspoor gestart door op 5 bedrijven specifieke voerstrategieën te implementeren, door te meten en te evalueren. Het jaar daarop het onderzoek uitgebreid met 5 nieuwe bedrijven.

In 2021 is gekeken welke vervolgstappen de deelnemers kunnen nemen en naar de mogelijkheden om maatregelen jaarrond toe te passen. Met behulp van de rekenregels in de Kringloopwijzer zijn berekeningen gemaakt voor bedrijfsspecifieke situaties met betrekking tot de methaan- en ammoniakemissie.

Met deze berekeningen zijn samen met de veehouder en adviseur voerstrategieën ontwikkeld en is de methaanreductiepotentie berekend. Deze strategieën zijn geïmplementeerd op de deelnemende melkveebedrijven en onderzocht op effectiviteit en werkbaarheid in de praktijk.

De methaanemissie van individuele koeien is  gemeten met behulp van de GreenFeed. De GreenFeed is een aangepast krachtvoerstation dat methaan- en CO2-uitstoot meet in lucht die koeien uitademen als zij het station bezoeken. Er is zowel voor, tijdens, als na het implementeren van de voerstrategie methaan gemeten.

De toegepaste maatregelen waren:

  • Het verlagen van de emissiefactor van het totale rantsoen door de emissiefactor van het aangekochte krachtvoer en de aangekochte voedermiddelen en bijproducten te verlagen.
  • Het verhogen van het vetgehalte van het rantsoen door toevoegen van extra vet.
  • Het aanpassen van de onderlinge verhouding van de verstrekte ruwvoeders.

Met de toepassen van deze maatregelen lukt het niet om het einddoel van een reductie in emissie van 30% te realiseren. Toch lag op alle deelnemende bedrijven de ammoniakemissie lager dan het Nederlandse gemiddelde. Op twee bedrijven werd het doel van 30% reductie van de emissie gehaald, terwijl op twee andere bedrijven een reductie van 20% werd gehaald ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde volgens de KringloopWijzer-dataset van 2018.

Voor drie van de vijf bedrijven zijn scenariostudies uitgevoerd. Deze bedrijven hadden volgens de Kringloopwijzer gemiddeld al een 8 tot 20% lagere methaanemissie uit pensfermentatie dan het Nederlands gemiddelde, In de scenario’s is ook het effect van het verlagen van de emissiefactor van zelf geteelde ruwvoeders meegenomen.

De emissie zou met nog eens 10 tot 15% extra zou kunnen dalen als alle mogelijkheden worden ingezet. Met de doorgerekende extra reductie kwam geen van de bedrijven aan het reductiedoel van 30%, maar een reductie van 25% lijkt volgens de scenariostudies haalbaar. Voor het realiseren van meer reductie in de toekomst zal het sturen van de ruwvoerkwaliteit naar een lagere emissiefactor vermoedelijk het grootste effect geven.