30-09-2023 LEMMER – De Friese meren zijn een geliefde plek voor overwinterende watervogels zoals het nonnetje en de smient. Om ervoor te zorgen dat ze voldoende rust krijgen, worden watersporters gevraagd om van 1 oktober tot 1 april de met boeien gemarkeerde vogelrustgebieden niet in te varen. Zo kunnen ze reserves opbouwen voordat ze weer verder vliegen in het voorjaar.
Gele boeien met blauwe stickers met een slobeend en de tekst ‘Vogelrustgebied’ markeren de rustzones. De gebieden liggen in de Natura 2000-gebieden Snitser Mar en omgeving, de Wite en Swarte Brekken, de Aldegeasterbrekken, de Fluezen en de Alde Feanen. Ze liggen alleen langs de ondiepe randen van de meren. De vaargeulen en drukke vaarroutes blijven dus toegankelijk voor watersporters en (sport)vissers.
Verstoring
Een groot deel van de Europese watervogelpopulatie strijkt ’s winters neer in de Friese Meren. Het gaat dan om vogels zoals de smient, slobeend, nonnetje of wintertaling. Vogels houden van duidelijkheid en voorspelbaarheid. Als er geen boten komen in de gebieden die zijn afgebakend met de gele boeien, wennen de vogels er aan dat ze daar rustig kunnen dobberen en eten. Als die duidelijkheid er niet is, omdat er soms toch een boot door het gebied vaart, blijven de vogels op hun hoede. Dan kan één boot of persoon vanaf enkele honderden meters al voor voldoende verstoring zorgen om de vogels te laten opvliegen.
Elke keer dat de vogels opvliegen, verliezen ze wat van hun opgebouwde reserves. En die reserves hebben ze juist hard nodig om in het voorjaar weer verder te kunnen vliegen naar hun zomerverblijven om daar te nestelen. Bij teveel verstoring kunnen vogels een gebied uiteindelijk gaan mijden. Daarom worden watersporters gevraagd de gebieden tussen 1 oktober en 1 april niet in te varen en ook bij de aanlegsteigers die achter de boeien liggen niet aan te meren.
Meer informatie en een kaart met de gebieden is te vinden op www.fryslan.frl/vogelrustgebied