04-01-2024 LEMMER – In 2023 lagen de cao-lonen gemiddeld 6,1 procent hoger dan in 2022. Deze toename is bijna een verdubbeling van de ontwikkeling van het jaar ervoor, toen de lonen nog met 3,2 procent stegen. Deze cao-loonstijging is de grootste in ruim veertig jaar tijd. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Reële loonstijging ongeveer 2,9 procent
De reële cao-loonontwikkeling, waarbij het cao-loon wordt gecorrigeerd voor inflatie, lag het afgelopen kwartaal rond de 2,9 procent. Een exact cijfer is nog niet te geven, omdat het inflatiecijfer voor het vierde kwartaal pas volgende week bekend wordt. De berekening van de reële loonontwikkeling in het vierde kwartaal is daarom gebaseerd op de prijsontwikkeling in oktober en november.
Op basis van deze gegevens was de reële loonontwikkeling in de eerste drie kwartalen van 2023 negatief. Dit betekent dat de lonen minder hard stegen dan de prijzen. Alleen in het vierde kwartaal is die reële loonstijging positief. De reële loonontwikkeling voor heel 2023 is negatief (-2,1 procent).
Grootste stijging bij sector overheid
In 2023 stegen de lonen het meest bij de sector overheid, namelijk met 7,0 procent. Bij de particuliere bedrijven en de gesubsidieerde instellingen namen de lonen toe met respectievelijk 5,9 en 5,5 procent. In 2022 stegen de lonen bij de overheid ook het meest (4,1 procent). Toen kwam dit voornamelijk door de loonstijging in het onderwijs. In 2023 droegen meerdere cao’s bij aan de stijging, onder andere die van gemeenten, Rijk, waterschappen en onderwijs.
Cao-loonstijging in het vervoer het grootst
Op het niveau van bedrijfstakken stegen de lonen in 2023 met 8,4 procent het meest in vervoer en opslag. Dit kwam vooral door de loonstijging in het beroepsgoederenvervoer; ook enkele cao’s in de luchtvaart, de havens en de pakketbezorging droegen bij aan dit resultaat.
Ook in de bedrijfstak overige dienstverlening (met onder andere kappers, uitvaartondernemingen en vakbonden) namen de cao-lonen harder toe dan in de meeste andere bedrijfstakken. In de bedrijfstak verhuur van en handel in onroerend goed (woningcorporaties) was de loonstijging met 2,5 procent het kleinst.