31-05-2021 LEMMER – Het aandeel hernieuwbare energie in Nederland in 2020 was 11,1% van het totale energieverbruik. In 2019 was dit 8,8%. De toename komt grotendeels door een grotere capaciteit voor zonnestroom en windenergie. Ook het verbruik van biomassa nam toe, vooral het meestoken daarvan in kolencentrales. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS.
Het verbruik van hernieuwbare energie in 2020 bedroeg 219 petajoule, 19% meer dan in 2019. Het totale finale energieverbruik was in 2020 bijna 2000 petajoule en ongeveer 5% lager dan in 2019. Deze daling van het totale verbruik heeft ook bijgedragen aan de toename van het aandeel hernieuwbare energie.
Het totale finale energieverbruik bestaat uit het verbruik van elektriciteit, brandstoffen voor vervoer en energie voor verwarming van gebouwen en processen in de industrie. Vooral het energieverbruik voor vervoer daalde, als gevolg van minder verkeer in 2020, onder andere door verregaande maatregelen in de bestrijding van het coronavirus.
Binnen de Europese Unie is vastgelegd dat hernieuwbare energie 14% van het Nederlands energieverbruik moest uitmaken in 2020. Naast verbruik van hernieuwbare energie uit eigen land, kan ook hernieuwbare energie worden ingekocht bij andere landen. Op basis van de voorlopige cijfers over 2020 zou een overdracht van ongeveer 16 miljard kilowattuur uit het buitenland nodig zijn om het afgesproken doel van 14% te halen.
Het verbruik van energie uit wind nam met 29% toe tot 50 petajoule. De belangrijkste reden voor de stijging is de toename van de opgestelde capaciteit van windmolens op zee door het windmolenpark bij Borssele. Ook op land zijn vorig jaar meer windmolens geplaatst. De totale capaciteit van windmolens ging van 4.500 megawatt eind 2019 naar 6.600 megawatt eind 2020.
Het verbruik van zonne-energie groeide in 2020 met 47% naar 30 petajoule. De opgestelde capaciteit van zonnepanelen voor zonnestroom steeg van 7.200 megawatt in 2019 naar iets meer dan 10.000 megawatt in 2020.
Biomassa is met 54% de grootste bron van hernieuwbare energie. Het energieverbruik uit deze bron is in 2020 met 10% toegenomen naar 119 petajoule. Deze stijging is vooral het gevolg van de hogere inzet van biomassa in kolencentrales. Ook het verbruik van biogas en vaste en vloeibare biomassa in ketels bij bedrijven nam toe.
De productie van elektriciteit en warmte uit het meestoken in kolencentrales steeg van 8 petajoule naar 20 petajoul. Het aandeel biomassa in kolencentrales groeide van 10% in 2019 naar 39% in 2020. De toename is gestimuleerd door subsidie en stijging in de CO2-prijs voor CO2 uit steenkool.
Het verbruik van biotransportbrandstoffen nam af van 28 petajoule in 2019 naar 24 petajoule in 2020, ondanks een verhoging van het verplichte percentage hernieuwbare energie voor vervoer voor leveranciers van motorbrandstoffen. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat leveranciers van motorbrandstoffen in 2020 veel biotransportbrandstoffen hebben geleverd aan de internationale scheepvaart.