07-05-2024 LEMMER – Een aantal boeren komt in financiële problemen door mee te doen aan de opkoopregeling. Doordat het aanpassen van de benodigde natuurvergunning maanden duurt, moeten boeren lang wachten op het grootste deel van de opkoopsom. En dat terwijl de kosten veelal nog doorlopen.
Boeren die zich uit laten kopen, krijgen niet in één keer het volledige bedrag op hun rekening gestort. Dat gebeurt in drie delen. Op het moment dat de boer zijn handtekening onder het voorstel van de overheid zet, ontvangt hij de 20% van het bedrag. Daarna heeft de boer de tijd om zijn vee weg te doen en de mestkelder leeg te maken. De NVWA komt dit controleren. De boer kan hierna starten met de sloop van de stallen.
Van een veehouderijbedrijf dat via een beëindigingsregeling van de overheid stopt, wordt de omgevingsvergunning ingetrokken en de provincie moet de natuurvergunning van het bedrijf aanpassen of intrekken. Als dit is gedaan ontvangt de boer 60% van het opkoopbedrag. De laatste 20% wordt uitgekeerd op het moment dat de stallen daadwerkelijk weg zijn.
Het aanpassen van de natuurvergunning verloopt stroef. Bij de provincie Gelderland zijn enorme wachtlijsten, waardoor het wel tot een jaar kan duren voordat een aanpassing is doorgevoerd. De veehouder houdt nog wel kosten. Vaak moeten er nog aflossingen bij de bank worden voldaan en moet er nog mest worden afgevoerd. Het slopen van de stallen is ook kostbaar. De 60% van het opkoopbedrag komt echter pas vrij zodra de natuurvergunning is aangepast.