09-07-2024 LEMMER – Minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselkwaliteit en Natuur neemt het plan van haar voorganger Adema om druk van de mestmarkt te halen niet een-op-een over. Dat bleek eerder tijdens een debat met de Tweede Kamer over het mestbeleid. De minister wil ook andere opties onderzoeken om de crisis rond in de mestafzet aan te pakken zoals het creëren van extra opslagcapaciteit voor mest en het verkleinen van de aangewezen oppervlakte aan nutriënt verontreinigde gebieden.
Adema wilde een brede bedrijfsbeëindigingsregeling open stellen en stelde daarnaast een hogere afroming van dier- en fosfaatrechten voor bij niet-familiaire overdracht. Ook wilde hij een graslandnorm invoeren. Zijn plannen werden gesteund door de meerderheid in de Tweede Kamer en de Kamerleden dringen er bij de nieuwe minister de voorstellen van haar voorganger over te nemen. Wiersma wil dat nu nog niet toezeggen. Ze wil er de komende weken nader naar kijken alvorens ze er een besluit over neemt.
Het plan van Adema bevat volgens Wiersma waardevolle elementen die ze wil meenemen in haar eigen aanpak. Zij wil eerst in kaart brengen hoeveel de mestproductie al gaat dalen door eerder gestarte ingrepen, zoals de landelijke bedrijfsbeëindigingsregelingen veehouderijlocaties. Het oplossen van de crisis kan volgens haar niet alleen via het verminderen van de mestproductie, maar ook via het vergroten van de plaatsingsruimte voor dierlijke mest en het uitbreiden van de export van mest.
Voor het vergroten van de plaatsingsruimte is een bijstelling in de voorwaarden van het huidige Actieprogramma Nitraatrichtlijn nodig dat Nederland met de Europese Commissie heeft afgesproken. Wiersma heeft over enkele weken een eerste gesprek met de Europese Commissie. Daarnaast wil ze andere opties overwegen, zoals het verlengen van de periode voor het uitrijden van mest. Een andere optie is het creëren van extra mestopslagcapaciteit als een tijdelijke oplossing. Het is wel de vraag of de Omgevingswet daar veel ruimte voor biedt.