22-10-2021 LEMMER – Soorten die zich snel verspreiden en hier niet thuishoren, zoals de reuzenberenklauw en de grote waternavel, verdringen inheemse soorten. Om de Fryske biodiversiteit te beschermen werkt de provincie Fryslân de komende tijd aan beleid om deze en andere invasieve exoten te bestrijden en te voorkomen dat ze zich meer gaan vestigen in onze provincie. In de Startnotitie Invasieve exoten die vandaag naar Provinciale Staten is gestuurd staan drie opties voor de uitwerking van het exotenbeleid.
De eerste, meest minimale variant bestaat uit het verwijderen en beheersen van de soorten die op de Unielijst (Europese lijst van aan te pakken exoten) staan. In 2018 heeft het Rijk deze verantwoordelijkheid aan de provincies overgedragen. Uitzondering zijn de wolhandkrab en de Amerikaanse rivierkreeft, waar het rijk verantwoordelijk voor blijft, en de beverrat en muskusrat, waarvan de verantwoordelijkheid voor bestrijding bij de waterschappen ligt. Deze variant sluit aan op de aanpak uit het landelijke Masterplan Uitroeiing en beheersing Unielijstsoorten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Bij de tussenvariant, ook de voorkeursvariant van Gedeputeerde Staten, wordt dit aangevuld met een lijst Fryske exoten: soorten die niet op de Unielijst staan, maar wel voor schade of overlast zorgen in de provincie. Denk aan de watercrassula en de Aziatische duizendknopen. Ook is er inzet op samenwerkingsverbanden en kennisdeling.
Bij de meest maximale variant neemt de provincie een prominente rol bij het terugdringen van een groot deel van de exoten en neemt daarbij ook een deel van de verantwoordelijkheden en kosten van andere overheden over. Het economisch belang en volksgezondheid wordt ook meegenomen. Bijvoorbeeld de bestrijding van ambrosia wat een grote veroorzaker van hooikoorts is, of de aanpak van de buxusmot die economische schade kan toebrengen aan buxuskwekerijen.
Stapje extra
In de startnotitie staat ook een lijst met extra aandachtspunten. Het gaat bijvoorbeeld om kennisontwikkeling, het prioriteren van de aanpak van exoten waar Natura 2000-doelen in het gedring komen, inzet op samenwerking met de verschillende grondeigenaren waar exoten voorkomen en het optrekken met andere partijen bij gezamenlijke verantwoordelijkheden. In de maximale variant is daar alle ruimte voor, in de tussenvariant in deels en in de meest minimale variant alleen waar mogelijk.
De varianten zullen respectievelijk ongeveer 100.000, 300.000 of 800.000+ euro gaan kosten per jaar. Provinciale Staten besluit op 15 december over de te kiezen richting. Die wordt uitgewerkt en volgend jaar in de vorm van een beleidsnota voorgelegd. De bestrijding van exoten kostte de provincie sinds 2018 ruim tien miljoen euro.