15-01-2022 JOURE – In 2020 werd binnen de landbouw 5 miljoen kilogram aan gewasbeschermingsmiddelen gebruikt, ruim 11% minder dan in 2016. De dosering per hectare is sinds 2016 met 13,4% afgenomen, het areaal waarop middelen werden gebruikt nam met bijna 15.000 hectare toe. In 2020 was het aandeel groene gewasbescherming 25%. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij 42 gewassen.
In 2020 werd bijna 2,2 miljoen kilogram gewasbeschermingsmiddelen ingezet voor de bestrijding van schimmels en bacteriën. Dat is bijna 20% minder dan in 2016. Met een aandeel van bijna 44% van het totaal blijft het wel de meest gebruikte groep van gewasbeschermingsmiddelen. Voor onkruidbestrijding en loofdoding is ruim 1,2 miljoen kilogram werkzame stof gebruikt, 14% minder dan in 2016.
Het gebruik van middelen ter bestrijding van insecten en mijten steeg met bijna 12% tot ruim 1,3 miljoen kilo in 2020. Het gebruik van overige middelen, onder meer voor slakkenbestrijding, plantengroeiregulatie en kiemremming, nam met 10% af ten opzichte van 2016, tot 0,2 miljoen kilogram. Bij dit soort veranderingen speelt het weer tijdens de teelt een grote rol.
Bij twee derde van de 42 onderzochte landbouwgewassen werden in 2020 minder gewasbeschermingsmiddelen gebruikt dan in 2016. Zo werd voor de teelt van leliebollen bijna 21% minder middelen gebruikt. Leliebollen zijn het meest middelenintensieve landbouwgewas: in 2020 werd per hectare met gewasbescherming 114 kilo aan gewasbeschermingsmiddelen gebruikt, waarvan 83 kilogram paraffine-olie. Dit is een afname van bijna 9% ten opzichte van 2016
In de pootaardappelenteelt was er juist een toename van 27% in gebruikte middelen ten opzichte van 2016. Het verbruik per hectare ging van 20,1 naar 24,0 kilo per hectare. Net als bij de teelt van leliebollen maakt ook bij pootaardappelen paraffine-olie voor insectenbestrijding een groot deel uit van de gebruikte middelen. In totaal werd bijna 44% van alle middelen die in de landbouw werden ingezet, gebruikt voor de bescherming van consumptie-, poot- en zetmeelaardappelen.