15-08-2024 LEMMER – Minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft besloten om de uiterlijke uitrijddatum voor het uitrijden van drijfmest op grasland van 31 augustus in heel Nederland voor dit jaar te verschuiven naar 15 september. Ze wil boeren met nog een restant
stikstofgebruiksruimte voor dierlijke mest de mogelijkheid bieden om deze drijfmest op grasland op een voor het milieu verantwoorde manier langer te kunnen uitrijden. Dat meldt de minister aan de Tweede Kamer.
Wiersma stelt dat ze met het verlengen van de uitrijdperiode ook voorkomt dat deze dierlijke mest nog moet worden afgezet op de mestmarkt en daarmee de druk op de mestmarkt verder wordt vergroot. De weersomstandigheden hebben ertoe geleid dat de begaanbaarheid van het land voor de agrariërs het gehele voorjaar moeilijk was en dat het hierdoor op heel veel plekken in Nederland niet mogelijk was om tijdig de dierlijke mest uit te rijden.
De Expertcommissie heeft beoordeeld in hoeverre een verlenging van de uitrijddatum van dierlijke mest nodig en mogelijk was, zodanig dat dit geen nadelige effecten heeft op de waterkwaliteit. De commissie komt tot de conclusie dat een verschuiving van de uiterste uitrijddatum van uiterlijk 31 augustus naar uiterlijk 15 september voor drijfmest op grasland mogelijk een gering verhogend effect zou kunnen hebben op de uitspoeling.
Door de natte omstandigheden zal de hoeveelheid minerale stikstof in de bodem echter waarschijnlijk niet zo hoog zijn en zal bemesting waarschijnlijk nog kunnen resulteren in een stikstofopname van de gewassen na 31 augustus. Ook constateert de Expertcommissie dat door de wijzigende klimatologische omstandigheden de groeiseizoenen verschuiven naar later in het jaar en dat de gewassen nog later in het jaar groeien en dus stikstof opnemen. Dierlijke mest geeft ook organische stof in de bodem, die goed is voor de bodemstructuur en de biodiversiteit.
Alleen langer mest uitrijden lost crisis niet op
Agractie was één van de landbouworganisaties die bij minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur het verzoek tot verruiming van de mestuitrijperiode deed. De organisatie is blij dat de minister aan dit verzoek tegemoet is gekomen, maar merkt op dat er daarmee nog geen oplossing is om op de korte termijn de mestcrisis het hoofd te bieden. Daar is extra plaatsingsruimte voor nodig. Agractie hoopt dat Wiersma voor het einde van het mestseizoen ook nog maatregelen voor treft.
Agractie ziet als enige kortetermijnoplossing het deels negeren van de derogatievoorwaarden en terugvallen op de normen van 2022 voor het gebruik van dierlijke mest en het negeren van de verlaging van de mestplafonds. Dat zou de minister tot het einde van 2025 moeten gedogen. Daarnaast dringt de organisatie aan op het met terugwerkende kracht aanpassen van de correctiefactor voor melkvee met betrekking tot gasvormige verliezen.