21-08-2024 LEMMER – Veehouders met schapen of runderen die hun dieren nog niet hebben gevaccineerd tegen blauwtong en waar de dieren op het bedrijf nog niet besmet zijn, wordt aangeraden om toch tegen blauwtong te vaccineren, ook nu het virus volop rondwaart. Door de entingen ontstaat meer groepsimmuniteit en kan het virus zich minder makkelijk verspreiden, stelt portefeuillehouder Diergezondheid Ria Derks van LTO-vakgroep Melkveehouderij.
Royal GD heeft een prevalentiestudie uitgevoerd om een beeld te krijgen van het aantal rundveebedrijven dat in het afgelopen najaar besmet is geraakt met blauwtong. Ruim de helft van de Nederlandse melkveebedrijven bleek toen al in contact gekomen met het virus. Echter, op veel van de bedrijven is het percentage runderen met antistoffen nog beperkt.
Het percentage kalveren en jongvee met antistoffen tegen blauwtong ligt vermoedelijk nog lager, aangezien zij minder buiten zijn geweest in het najaar van vorig jaar en daarmee minder met het blauwtongvirus in aanraking zijn gekomen. Dat wijst op het belang van vaccineren.
Voor alle toegelaten vaccins is gebleken dat ze het aantal virusdeeltjes in het bloed verminderen, waardoor de ziekteverschijnselen bij een besmetting worden beperkt en sterfte in veel gevallen wordt voorkomen. Runderen hebben twee doses van het vaccin nodig. Het duurt na de tweede dosis nog vier weken voordat de dieren optimaal beschermd zijn.
De virusdruk wordt pas minder als de knutten die het blauwtongvirus verspreiden minder actief worden. Dat gebeurt pas wanneer de temperatuur onder de 10 graden Celsius komt en dat duurt nog een aantal maanden, benadrukt Derks.