04-01-2025 LEMMER – Longontstekingen komen vaker voor bij mensen die in een gebied met veel veehouderijen wonen. Het extra risico op een longontsteking is groter als mensen binnen 2000 meter van een geitenhouderij wonen. In de stallen van geitenhouderijen zijn bacteriën gevonden die deze longontstekingen mogelijk verklaren. Dezelfde bacteriën werden namelijk ook gevonden in de omgeving en/of bij mensen die in de buurt wonen van de geitenhouderijen. Dit blijkt uit VGO(Livestock farming and the health of local residents)-III, het nieuwste onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden.
Het was al bekend dat in gebieden met veel veehouderijen longontstekingen vaker voorkomen. Dit bleek uit VGO(Livestock farming and the health of local residents)-I en-II. VGO-III bevestigt dit. Vooral omwonenden van geitenhouderijen lopen extra risico op longontsteking. Dit risico is het grootst voor mensen die het dichtstbij wonen.
VGO-III bestond uit meerdere deelonderzoeken, die op verschillende manieren keken welke ziekteverwekkers de oorzaak van de longontstekingen kunnen zijn.
Verschillende ziekteverwekkers in stal, buitenlucht en bij mensen
Er werden in de stallucht van geitenhouderijen meer dan dertig verschillende bacteriën gevonden die bij mensen longontsteking kunnen veroorzaken. Van deze bacteriën kwamen 23 ook voor bij patiënten, omwonenden, geitenhouders en/of in de buitenlucht rondom geitenhouderijen.
Geen directe oorzaak
Het is moeilijk te bewijzen dat de bacteriën uit de geitenstallen de directe oorzaak zijn van de longontstekingen bij mensen rondom geitenhouderijen. Wel zijn de 23 gevonden bacteriën een mogelijke verklaring voor het vaker voorkomen van longontstekingen. Dat komt omdat ze gevonden zijn in de stallucht, de omgeving rond de stallen en/of bij de onderzochte mensen.
Mest en strooisel
In de stallen onderzocht VGO-III onder andere mest, strooisel en lucht. Hieruit blijkt dat veel van de bacteriën in de stallucht komen uit een mengsel van stalmest en strooisel. Hier lopen de geiten op in de stal. Alle onderzochte bedrijven en bijna alle geitenhouderijen in Nederland houden hun geiten op deze manier.
Hoeveelheid ziekteverwekkers in stallucht omlaag brengen
Aanbeveling is om te kijken of op geitenhouderijen de hoeveelheid ziekteverwekkers in de stallucht en omgevingslucht omlaag kan. Zo komen mensen die in de buurt wonen met minder ziekteverwekkers in contact.
Over het onderzoek
Uit VGO(Livestock farming and the health of local residents)-I en -II bleek dat mensen die wonen in Noord-Brabant of -Limburg in gebieden met veel veehouderijen minder last hebben van astma en allergie. Maar dat longontstekingen in deze gebieden wel vaker voorkomen. Vooral bij mensen die in de buurt van een geitenhouderij wonen. VGO-III onderzocht of dit tussen 2014 en 2019 ook zo was. Het onderzoeksgebied is daarvoor eenmalig uitgebreid met gebieden in de provincies Utrecht, Gelderland en Overijssel.
VGO-III deed ook onderzoek naar de oorzaak van deze longontstekingen. Dit gebeurde in verschillende deelonderzoeken:
- In de wetenschappelijke literatuur onderzocht VGO-III welke ziekteverwekkers bij geiten voorkomen en bij mensen longontsteking kunnen veroorzaken.
- Daarna keken verschillende deelonderzoeken bij patiënten, omwonenden en geitenhouders welke ziekteverwekkers zij bij zich droegen.
- In de stallen van geitenbedrijven namen onderzoekers verschillende monsters om te kijken of daar ziekteverwekkers aanwezig zijn. Ook onderzochten zij de buitenlucht bij woningen rond geitenstallen.
- Tot slot keek VGO-III of de ziekteverwekkers uit de stallucht ook in de andere deelonderzoeken waren gevonden. En wat de mogelijke bron is van de ziekteverwekkers in de stallucht.
VGO-III is een samenwerking van het RIVM, Universiteit Utrecht, Wageningen University & Research en het Nivel.