06-12-2022 LEMMER – In de ’Scenario’s energieprijzen’ presenteert het Centraal Planbureau nieuwe economische en budgettaire inzichten aan de hand van een aantal scenario’s voor energieprijzen. Daaruit blijkt dat het prijsplafond de koopkrachteffecten van hogere energieprijzen voor huishoudens dempt. Toch daalt de koopkracht in het basisscenario voor een doorsnee huishouden in de jaren 2022 en 2023 in totaal met ongeveer 4%, als gevolg van de hoge inflatie en de daarbij achterblijvende loonstijging.
Door het prijsplafond en de andere extra uitgaven die het kabinet sinds Prinsjesdag heeft aangekondigd, stijgt het overheidstekort zonder aanvullende dekking naar 3% bbp in 2023. Uit de scenario’s blijkt dat hogere of lagere energieprijzen op de korte termijn slechts beperkt effect hebben op het EMU-saldo, vanwege de meebewegende gasbaten.
Geen structurele oplossing
Generieke koopkrachtcompensatie, zoals het energieplafond, biedt geen structurele oplossing. Naast de
rekening voor de overheidsfinanciën, kent het beleid ook andere nadelen. Het generieke prijsplafond is
ongericht, niet alle huishoudens hebben de compensatie nodig om uit de financiële problemen te blijven. En zolang de marktprijs boven het prijsplafond ligt, is er een verminderde prikkel tot energiebesparing.29 De afhankelijkheid van gas blijft langer bestaan en de prijzen blijven langer hoog. Het risico van dit beleid is dat het de energieprijzen en de inflatie juist aanwakkert, terwijl een vermindering van energieverbruik nodig is omdat het aanbod vermindert.
De huidige vormgeving verhoogt het risico op overcompensatie van energieleveranciers en kan leiden tot minder efficiënte inkoop.30 Het is van belang dat beleid dat ingrijpt op de energiemarkt zo goed mogelijk op Europees niveau gecoördineerd wordt. Een situatie met langdurig hoge energieprijzen vraagt om een meer gerichte en structurele aanpak. Met het beleid voor 2023 is tijd gekocht, die benut kan worden voor de overgang naar een meer structurele situatie.
Structureel koopkrachtherstel zal uiteindelijk primair moeten komen uit een aanpassing van de lonen. De
overheid kan dan met een gericht en tijdelijk instrumentarium de meest kwetsbare huishoudens helpen met het betalen van de energierekening. Structureel beleid kan zich vervolgens vooral richten op verduurzaming en energiebesparing van huishoudens en bedrijven en het faciliteren van omschakeling van bedrijfsmodellen die bij hogere energieprijzen niet langer rendabel zijn.