29-10-2022 ROTSERGAAST – Ze zijn zeldzaam, ze hebben felle glanzende kleuren en fantasieprikkelende namen als puntmutswasplaat of papegaaizwammetje. In het enige wasplatenreservaat dat Nederland rijk is – de Friese Rotstergaaster wallen – zijn in goede jaren rond de twintig soorten wasplaten te vinden. Nu nog niet. “De droogte van de afgelopen zomer eist z’n tol”, vertelt boswachter Henk-Jan van der Veen.
Kieskeurig
Wasplaten danken hun naam aan het wasachtige laagje op hun hoed dat ze laat glimmen. Het zijn kieskeurige graslandpaddenstoelen die het alleen goed doen als de omstandigheden optimaal zijn. “Niet te droog, niet te nat en vooral niet te voedselrijk”, legt Henk-Jan uit. Dat maakt ook dat ze in Nederland zeldzaam zijn. Het zijn vrijwel allemaal rode lijstsoorten. “Op grasland dat in het verleden bewerkt en bemest is, komen ze niet voor. En dat geldt voor bijna al het grasland in Nederland.”
Nooit geploegd en bemest
En juist dat maakt Rotstergaaster wallen zo uniek. Dit gebied van ongeveer vijftig hectare ligt ten westen van Heerenveen in het beekdal van de Tjonger. “Voor zover wij weten zijn enkele graslanden al honderden jaren oud en nooit geploegd en bemest.” Dat verklaart ook de rijkdom aan wasplaten. Het is een gevarieerd natuurgebied met schraallanden, houtwallen, poelen en kleine bosjes. Henk Jan wijst op de subtiele hoogteverschillen. “Lang geleden had het riviertje De Tjonger hier vrij spel. Omdat hij door de eeuwen heen regelmatig van ligging veranderde en overstroomde, is een deel van de hoogteverschillen ontstaan. De oude rivierlopen liggen lager en de rivierduintjes hoger. Waarschijnlijk speelde ook de voorlaatste ijstijd – zo’n honderdduizend jaar geleden – een rol in de variërende hoogten. Die zorgde voor de aanvoer van zand.
Relatief nat
Door die eeuwenoude ontwikkelingen varieert ook de bodem enorm. Je vindt hier veen, zand en in de ondergrond ook keileem. Henk-Jan: “Die laatste is belangrijk, want dat is een laag die nauwelijks water doorlaat, waardoor water niet diep weg kan zakken en dit gebied relatief nat is”. Het is een ideale plek voor blauwgraslanden en heischraal grasland. Er leven veel soorten insecten en vogels, bijzondere planten als vlozegge, klokjesgentiaan en de blauwe knoop doen het hier goed en het is een walhalla voor graspaddenstoelen waaronder de wasplaten. Om die laatste reden is dit gebied in 2013 uitgeroepen tot wasplatenreservaat.
Slechts één wasplaat
Terwijl Henk-Jan over het gebied vertelt, staan zijn ogen continu richting de grond. Zo nu en dan zakt hij door de knieën om een paddenstoeltje te bestuderen. Hoewel hij veel andere graslandpaddenstoelen ziet, laten de wasplaten zich eind oktober nog niet zien. Hij vindt er één, een kleine honingwasplaat. “Dat heeft waarschijnlijk met de droge zomer te maken. Gewoonlijk is dit gebied rond deze tijd veel natter.” Hij kijkt naar zijn laarzen. “Die heb je hier meestal echt nodig, maar nu niet.”
Warmte en vocht nodig
De bospaddenstoelen doen het op dit moment juist erg goed. Waarom geldt dat niet voor de wasplaten? “Alle paddenstoelen hebben vocht nodig. De bospaddenstoelen hebben het wat dat betreft wat gemakkelijker, omdat er in bossen vaak een humuslaag ligt die redelijk goed vocht vasthoudt. Dus na een flinke regenbui blijft dat deel nog redelijk vochtig. Warmte en vocht zijn ideaal voor paddenstoelen. In grasland verdampt het water sneller , dus na een droge periode is het ook na een regenbui niet lang nat in de bovenste grondlaag. Dat het hier nu zo droog is, geeft wel aan hoe weinig regen er dit jaar is gevallen.”
Zonder paddenstoelen geen voortplanting
Dat de wasplaten zich nu nog niet laten zien, hoeft niet erg te zijn. “Het zou goed kunnen dat ze over een paar weken wel in grote getale aanwezig zijn. In principe kunnen ze tot de nachtvorst, meestal begin december, voorkomen.” En het zegt ook niet direct iets over de gezondheid van de schimmel zelf. Die leeft onder de grond. Paddenstoelen zijn het vruchtlichaam van de schimmel. De sporen onder de hoed worden door de wind verspreid. Zonder paddenstoelen geen voortplanting. “Een slecht paddenstoelenjaar houdt dus een verdere verspreiding tegen. Als dat teveel jaar achter elkaar gebeurt, is dat waarschijnlijk wel een probleem.”
Wood-wide-web
Waarschijnlijk, zegt Henk-Jan. Want eigenlijk weten we nog heel weinig. Dat geldt sowieso al voor paddenstoelen, maar helemaal voor wasplaten. “De ondergrondse schimmeldraden zijn zeer fijnmazig en zelfs met een microscoop nauwelijks te zien. Bekend is dat schimmels met bomen en planten samenwerken. Ze wisselen voedingsstoffen met elkaar uit. Waarschijnlijk is die samenwerking tussen wasplaten en planten nog groter, vanwege de voedselschaarste in dit schraalland. Ook zijn er theorieën dat de schimmels als een wood-wide-web planten met elkaar helpen communiceren. De ondergrondse samenwerking zou nog wel eens veel groter kunnen zijn dan we nu denken, maar daar is meer onderzoek voor nodig. Dat maakt schimmels als de wasplaten wel enorm mystiek en fascinerend.”
Enthousiaste vrijwilligers
En ondertussen zorgt Staatsbosbeheer dat de omstandigheden voor de wasplaten zo goed mogelijk blijven. “Dat doen we met behulp van twee enthousiaste vrijwilligers die enorm veel kennis van paddenstoelen hebben. In deze tijd van het jaar zijn ze bijna wekelijks hier om de ontwikkelingen in de gaten te houden. Daarnaast verzorgen ze excursies en geven ons tips over het voor wasplaten optimale beheer. Wasplaten hebben bijvoorbeeld korte vegetatie nodig. Daarom maaien we het hier één keer per jaar, laten we enkele maanden per jaar een paar koeien grazen en doen verder zo min mogelijk. De wasplaten moeten het natuurlijk zelf doen, maar daar waar we kunnen proberen we ze te helpen.”