22-12-2021 LEMMER – Het zoete water in Friesland staat onder druk door zeespiegelstijging en klimaatverandering. Zoet grondwater wordt langzaam steeds zouter. Dit heeft effect op de natuur, akkerbouw in kustgebieden enop de drinkwatervoorziening. Om de risico’s hiervan op lange termijn beter in te kunnen schatten, is kennis van groot belang. Daarom zal er binnen zeven provincies, waaronder Friesland, gewerkt worden aan het beter in kaart brengen van de ondergrond. Dat gebeurt binnen het project Freshem-NL.
Het huidige beeld van zout water in de Friese ondergrond is deels gebaseerd op gedateerde metingen, die verspreid over de provincie zijn uitgevoerd. Het beeld dat hierdoor ontstaat is vrij globaal. Om de risico’s van verzilting beter in te kunnen schatten, moet er nauwkeuriger gemeten worden. Het project Freshem-NL biedt deze mogelijkheid.
Tijdens de uitvoering van dit project worden er vanuit een helikopter metingen verricht. Deze metingen kunnen het zoutgehalte in de ondergrond nauwkeurig en 3-dimensionaal in kaart brengen. Afhankelijk van de opbouw van de ondergrond, kan er informatie tot maximaal 200 meter diep worden vastgelegd. Bij hoge zoutgehalten of dikke kleilagen zal het diepte-bereik wat lager zijn.
De kennis die via de metingen wordt verkregen wordt onder andere gebruikt voor de uitvoering van het Regionaal Waterprogramma. Op basis van de resultaten zal de economische en ecologische impact van verzilting onderzocht worden. Het onderzoek helpt bij het maken van keuzes en het gericht inzetten van maatregelen om negatieve effecten van verzilting op lange termijn tegen te gaan.
In het project Freshem-NL werken 7 provincies, 7 waterschappen, 5 waterleidingmaatschappijen en 2 kennisinstituten met elkaar samen. Provincie Friesland treedt hierbij op als penvoerder. De totale kosten voor het project bedragen circa 6 miljoen euro. Het Deltaprogramma Zoetwater financiert 50% van de totale kosten. De bijdrage van provincie Friesland is 600.000 euro. Voor het in kaart brengen van de Friese ondergrond werkt de provincie samen met Wetterskip Fryslân en waterleidingsbedrijf Vitens, die ook een deel van de financiering voor hun rekening nemen.
In Zeeland zijn vergelijkbare metingen al afgerond en het resultaat geeft een goed beeld van de informatie die ook voor Friesland beschikbaar komt. Naar verwachting wordt er in 2022 in Friesland gestart met het in kaart brengen van de ondergrond. De eerste resultaten verwachten het Friese provinciebestuur rond 2024 te kunnen delen.