13-01-2023 LEMMER – Jaarlijks worden ruim 16.000 minderjarigen vermist. Het overgrote deel is binnen afzienbare tijd weer terug. In sommige gevallen moeten echter alle registers worden opengetrokken. Als uiterste middel doet de politie er dan een AMBER Alert uit.
Op vrijdag 13 januari is het de internationale AMBER Alert-dag. Deze dag is een herinnering aan naamgever van deze alertering; de negenjarige Amber Hagerman, die op 13 januari 1996 werd ontvoerd en vermoord in Arlington, Texas.
In Nederland werd afgelopen jaar vijf keer een AMBER Alert ingezet. ‘Dat blijft altijd een soort dubbel gevoel’, vertelt Izanne de Wit, landelijk coordinator Vermiste personen bij de politie. ‘Eigenlijk wil je een AMBER Alert natuurlijk nooit in hoeven te zetten. Aan de andere kant, kan het een levensreddend middel blijken. Helaas moesten we vorig jaar toch weer vijf keer een AMBER Alert inzetten. Dat is iets meer dan normaal.’
Paniek
Jaarlijks komen bij de politie zo’n 40.000 vermissingen binnen. ‘Van al die vermissingen gaat het om 16.000 a 17.000 minderjarigen’ zegt De Wit, die ook teamleider van het Landelijk Expertisecentrum Persoonsvermissingen (LOEP) is. ‘Dat gaat van peuters die ineens weg zijn tot 16-jarigen die na het stappen even niet thuiskomen. Voor de melders is de paniek natuurlijk net zo groot.’
De politie heeft meerdere middelen om in te zetten tijdens de vermissing van een kind. AMBER Alert is hier slechts één van en wordt alleen ingezet als er een indicatie van levensgevaar is. ‘Het kan zijn dat het kind ontvoerd is of bijvoorbeeld suïcidaal’, legt De Wit uit. ‘Je moet een AMBER Alert dus echt zien als het allerzwaarste middel dat we als politie inzetten bij vermissingen. Daaronder hebben we ook nog allerlei andere mogelijkheden. We merken vaak dat burgers vaak meteen een AMBER Alert verwachten als een kind vermist is, maar indien mogelijk zetten we bijvoorbeeld eerst lokaal een kleinschaligere en laagdrempeligere Burgernetactie in. Daarmee kunnen we mensen ook op hun sociale media informeren over een vermissing in hun buurt.’
Goed afwegen
Zo’n Burgernetmelding kan wel uitgroeien tot een AMBER Alert. ‘Zo’n vermissing is natuurlijk een lopende zaak waar continu informatie bijkomt’, vertelt De Wit. ‘Je kunt je voorstellen dat een kind dat op zijn fietsje de straat uit is gereden, kan leiden tot een Burgernet-melding. Maar als vervolgens een getuige meldt dat dat kind een auto werd ingetrokken, kan dat uitgroeien tot een AMBER Alert. Beide alerts worden ook vanuit hetzelfde systeem verzonden.’
De Wit legt uit dat echt per individueel geval wordt bekeken wat de juiste aanpak is. ‘Je moet niet bij elk kind dat de straat uitloopt een AMBER Alert doen. Dat zou ook ten koste gaan van de kracht van dit middel. Het is bovendien nogal wat om een foto van een kind met heel Nederland te delen, ook vanuit het oogpunt van privacy. Eigenlijk zetten wij altijd direct alle methoden en middelen in om zo snel mogelijk de plaats te kunnen bepalen. Denk aan recherchemiddelen als het uitlezen van telefoongegevens of het uitkijken van camerabeelden. Vaak hebben we daardoor het kind al gevonden nog voordat we een AMBER Alert nodig is.’
Immens bereik
AMBER Alerts worden onder andere gedeeld via de Burgernetapp, op de sociale mediakanalen van de politie en in landelijke media. Maar denk ook aan de matrixborden boven snelwegen en digitale schermen bij trein- en busstations, op vliegvelden, bij winkels en tankstations. ‘Je hebt het dus over een immens bereik. En die extra ogen van de burger zijn voor ons heel waardevol.’
De Wit: ‘Een AMBER Alert is zo krachtig omdat je met twee woorden direct het publiek duidelijk kunt maken: dit is serieus. Het kind is in levensgevaar. Daarnaast geef je meteen een handelingsperpectief mee. Je zegt: “Kijk mee en help ons!”‘