03-09-2021 ROTTUM – Jarenlang zaten zij in de donkere jaargetijden ‘s avonds bij kaarslicht. Het elektrisch licht uit. Waren deze mensen abnormaal zuinig? Of hebben wij het hier over het type paradijsvogel – onderwerp van meerdere leuke televisieprogramma’s? Niets van dat alles! Want de kaarsjes aan, dat was bittere noodzaak. Vele jaren lang betaalden zij zeer hoge stroomrekeningen, tot wel vijf of zes keer meer dan mensen in vergelijkbare omstandigheden. Elektrische huishoudelijke apparaten werden zo weinig mogelijk gebruikt. Óók om stroom uit te sparen, om de rekeningen van de leverancier niet nóg hoger te laten zijn. Bezittingen werden verkocht om nog rond te kunnen komen. Zo hoog was de nood. Een pensioen kunnen ze straks wel vergeten.
Droegen zij dit alles lijdzaam, als een noodlot waartegen niets te doen is? Dat zeker niet. Zij hadden door al hun uitzoekerij en contacten een zeer sterke aanwijzing dat zij ook voor gebruik van openbare verlichting en rioolpompen betaalden. Voor de gemeentelijke overheid dus. Bij hun gemeentebestuur vonden zij wel gehoor, maar dan in de zin van ontkenning. Want wat zij beweerden kon niet waar zijn. De gemeente zou al zijn eigen rekeningen betaald hebben…. Heel ingewikkeld en moeilijk allemaal.
Op hun erf staat een transformatorhuisje. Tot 2015 viel dit onder hun huisnummer. Daarna kreeg dit een eigen huisnummer. Het is dan wel frappant dat daarna hun stroomverbruik en daarmee ook hun stroomrekeningen veel lager werden. In 2020 werd er bij hun in de buurt gegraven. Daarna daalde hun stroomverbruik weer. Uiteraard sterke hen dit om het er niet bij te laten zitten. Ondanks dat al hun eerdere pogingen, tot aan de rechter aan toe, waren stuk gelopen. Nu waren zij van grootverbruikers normaal- verbruikers geworden. Iemand met verstand van deze zaken had hun eens gezegd, dat hun eerdere jarenlange stroomrekeningen te vergelijken waren met die van een heel grote supermarkt. De oplettende lezer zal nu denken dat het probleem van die vele voorbije jaren nu opgelost zal kunnen worden. Na vele jaren kaarslicht en frustraties. Dat er gerechtigheid zal geschieden. Dat hun oude-dags-voorziening veiliggesteld zal kunnen worden. Tot nu toe niets van dat alles!
De mensen die in een klein dorp in de gemeente wonen – net buiten de bebouwde kom -, willen de gemeenteraadsleden erover aanspreken. Tenslotte zijn dat hun volksvertegenwoordigers. Dat blijkt nog niet zo gemakkelijk te zijn. In hun gemeente bestaat de mogelijkheid voor inwoners om de gemeenteraadsleden toe te kunnen spreken. Maar dan moet de kwestie eerst een agendapunt worden. Een van de partijen stelt schriftelijke vragen over de kwestie en verzoekt deze, met de antwoorden van B&W daarop, op de agenda te plaatsen. Het wordt ‘vakkundig’ geprobeerd te voorkomen dat de mensen in het openbaar de raadsleden over hun kwestie toe kunnen spreken. Zelfs drie niet-openbare bijeenkomsten -uiteraard zonder het bijzijn van de betrokkenen – werden over de kwestie gehouden. Een daarvan resulteerde in een brief aan de betrokkenen met aan het eind het verzoek om over de kwestie geen raadsleden te benaderen.
De nog steeds oplettende lezers vragen zich nu af; wat zullen we nou hebben? Waarvoor hebben we dan volksvertegenwoordigers? Tijdens de laatste niet-openbare sessie over de kwestie riep één van de meest invloedrijke raadsleden dat de gemeenteraad zo snel mogelijk de beslissing zou moeten nemen dat de gemeente geen partij in dit vraagstuk is. Dat bracht die partij die het verzoek om er een agendapunt van te maken, dit verzoek in te trekken. De bedoeling om de betrokkenen hun verhaal in het openbaar aan de raadsleden kwijt te kunnen, zou nu uit kunnen monden in een voor de betrokkenen zeer nadelig raadsbesluit.
Het valt te begrijpen dat de mensen uit het kleine dorp, na jarenlang met de kop tegen de muur te zijn gelopen, zelfs hun land hebben moeten verkopen, zeer gefrustreerd zijn en soms met hun emoties geen raad weten, niet altijd de gemakkelijkste gesprekspartners zijn. Enerzijds – anderzijds Is er, begrijpelijkerwijze bij hen niet bij. Het niet gehoord worden, het gevoel niet geloofd te worden, is als een zweer op hun ziel gaan zitten.
De politiek
Toen een van de fracties in de gemeenteraad een motie – waarin de raad een uitspraak over het oplossen van langdurige problemen werd gevraagd – wilde indienen, zag de burgemeester deze motie als een link naar de kwestie met de bewoners van het kleine dorp. De betreffende fractie werd door de burgemeester te verstaan gegeven dat, als deze motie zou worden ingediend, hij zou overwegen om op te stappen. En in feite, als gevolg daarvan, ook alle wethouders. Dit heeft daarna enige tijd zelfs landelijke bekendheid gekregen. De aangekondigde motie werd toen tot nader order aangehouden om dat de fractie – ook college/partij – zich door de burgemeester gechanteerd voelde. Tijdens een interpellatie heeft de burgemeester hiervoor zijn excuses aangeboden.
Één ding staat vast: na 2015, toen het transformatorhuisje dat op hun erf staat een eigen huisnummer kreeg en ook na 2020 is hun stroomverbruik normaal. Dan moet er daarvoor iets grondig mis geweest zijn. Dan komen we toch weer terecht bij de gemeentelijke overheid die zegt geen partij te zijn. Toch zal het opgelost moeten worden. Linksom of rechtsom. Om onduidelijkheid te voorkomen; de gemeenteraadsfractie die de betrokkenen de gelegenheid wilde geven om hun verhaal in het openbaar aan de gemeenteraad te vertellen, noemde het optreden van de burgemeester desgevraagd ‘schandalig’. Deze fracties zullen, ook nu de zaak muurvast lijkt te zitten, deze mensen niet in de steek laten.