Kabinet wil meer regie voor boeren en nieuwe koers voor het landelijk gebied

16-09-2024 LEMMER – Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur wil boeren, vissers en tuinders meer ruimte geven om te ondernemen en ze in staat stellen om tegelijkertijd bij te kunnen blijven dragen aan het behalen van afgesproken doelstellingen. In de nieuwe koers staat voedselzekerheid bovenaan en speelt innovatie een centrale rol. Hiermee wil het kabinet een vitaal platteland creëren met ruimte voor behoud van biodiversiteit en natuur. Dat staat in het hoofdstuk voor het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur in het regeerprogramma van het kabinet Schoof.

Het kabinet komt in 2025 met een nationale voedselstrategie en maakt zich hard voor een Europese voedselstrategie. Het kabinet wil sturen op het halen van maatschappelijke doelen in plaats van het opleggen van maatregelen. Boeren moeten op basis van data kunnen sturen op milieueisen. Daarvoor beginnen volgend jaar de eerste pilots. Voor de implementatie stelt het kabinet nog dit jaar een actieagenda op.

Het kabinet wil inzetten op technologieën en markten waar voor Nederland groeikansen liggen. Zo komt in 2025 een innovatieprogramma ‘Robots naar de boerenpraktijk’, dat is gericht op het besparen van arbeidskrachten en het verbeteren van de arbeidsinzet in de land- en tuinbouw. Daarnaast wordt gestart met experimenteerlocaties om de toepassing in de praktijk te versterken, en werkt het ministerie aan kennisoverdracht via de Sabe-regeling.

De visserijsector kan rekenen op ondersteuning voor innovatie om verder te verduurzamen en het verdienvermogen van de visser te verbeteren. Voor de Noordzeevisserij presenteert het kabinet begin volgend jaar concrete plannen om de sector weer perspectief te bieden. Daarnaast komt voor de garnalenvisserij in het eerste kwartaal van 2025 een toekomstvisie, waar een vrijwillige saneringsregeling onderdeel van is. In Europa zet het kabinet stevig in op het weer mogelijk maken van de pulstechniek.

Met betrekking tot de natuur en het landschap wordt ingezet op een eerlijke verdeling van de opgaven over de verschillende gebieden en sectoren. Het kabinet wil werken aan perspectief voor PAS-melders en het weer op gang brengen van de vergunningverlening voor maatschappelijke en economische activiteiten. Ook wil het ministerie met alle betrokken sectoren aan de slag om sturen op emissies, in plaats van het sturen op depositie, mogelijk te maken.

Het kabinet start met een uitvoeringsgerichte en gebiedsspecifieke aanpak in plaats van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. De structurele middelen van 500 miljoen euro per jaar voor agrarisch natuurbeheer vervullen hierbij een belangrijke rol. De Tweede Kamer wordt nog dit jaar geïnformeerd over de besteding.

De daadwerkelijk gemeten staat van de natuur wordt leidend voor de ontwikkelingen in het landelijk gebied. Daarvoor versterkt en intensiveert dit kabinet de natuurmonitoring, waarbij naast stikstof ook andere drukfactoren op de natuur worden meegenomen. Dat kan betekenen dat aanpassing van Natura 2000-doelen nodig is. Het kabinet gaat daarom voor onder meer provincies de huidige mogelijkheden verduidelijken om deze doelen aan te passen en met de Europese Commissie in gesprek over modernisering van Europese natuurbeschermingsregels.

Er is in het hoofdlijnenakkoord eenmalig 5 miljard euro beschikbaar gesteld voor een meerjarige investering in de agrarische sector. Daarnaast is er 500 miljoen euro per jaar beschikbaar voor agrarisch natuurbeheer door boeren. De middelen komen vanaf 2026 beschikbaar. Om in het komende jaar al een start te maken met de uitdagingen uit dit regeerprogramma, is in het hoofdlijnenakkoord een bedrag van 40 miljoen voor 2025 voorzien. Dit wordt aan de Tweede Kamer voorgelegd via de begroting voor 2025 van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.