13-06-2022 LEMMER – Ondanks enige bijstellingen op de gelekte plannen zijn de stikstofdoelen die minister Van der Wal vrijdag 10 juni presenteerde onrealistisch, stel TTO Nederland in een eerste reactie. De ‘perspectiefbrief’ van minister Staghouwer verdient nadere bestudering, hoewel naast enige positieve handvatten ook deze vooral benadrukt wat er allemaal níet meer kan.
LTO verzet zich tegen de aangekondigde kaalslag van het platteland en benadrukt dat er breed gedragen, realistische voorstellen vanuit sector en samenleving zijn gedaan om tot realistische stikstofvermindering te komen. De topdown-zonering en eendimensionale systematiek gebaseerd op kritische depositiewaarden zijn fnuikend voor een haalbare oplossing. LTO hoopt op stevige bijsturing vanuit de provinciale overheden.
“De voorstellen van het kabinet betekenen een onrealistische kaalslag. Van het platteland, van de boeren en tuinders, maar ook van de natuur. Ondanks enkele empathische woorden zien we vooral dictaten van bovenaf, tegen de afspraken in het regeerakkoord. Dat gaat niet werken”, zegt Sjaak van der Tak, voorzitter van LTO Nederland.
“Het kabinet beroept zich op berekeningen en loopt vast in een juridisch moeras van onwerkbare normen. De verantwoordelijkheid wordt in de schoenen van de provincies geschoven. De impasse die hierdoor ontstaat helpt de natuur bovendien niet, Dat is jammer, zeker omdat er breed gedragen, realistische voorstellen door boeren-, natuur- en ondernemersorganisaties zijn gedaan. Met ruimte voor nuance, innovatie en een democratisch proces van onderop. Als dit de route van het kabinet blijft dan voelen boeren en tuinders weinig hoop.”
Nederland heeft zich gecommitteerd aan Europese regels wat betreft de ‘staat van instandhouding’ van de natuur. Dat is doorvertaald naar normen van stikstofneerslag die per hexagoon van 100 vierkante meter worden berekend. Deze ‘kritische depositiewaarden’ worden als absolute waarheid gehanteerd in het Nederlandse beleid. Nederland is het enige land dat dit doet en dat blokkeert elke nuance.
Alle economische sectoren zijn daarmee in een juridisch moeras terecht gekomen en het draagvlak voor natuurbeleid verdwijnt. Wat LTO betreft moet beleid plaatsvinden op basis van beter meten: van stikstofuitstoot en neerslag, maar ook van de staat van de natuur.
De Rijksoverheid heeft veel verantwoordelijkheid naar de provincies gedelegeerd, onder meer wat betreft natuur- en omgevingsbeleid. Om tot economisch toekomstperspectief én verbetering van de natuur te komen is een aanpak per gebied, van onderop, de enige juiste route. Tegen het regeerakkoord presenteert het kabinet nu echter een top-down zonering, waarmee lokaal tot wel 70% reductie wordt opgelegd, stelt LTO vast. De nieuw ingetekende transitiegebieden lijken bovendien niet gebaseerd op de Natura 2000-gebieden, waarmee nóg een nieuwe laag van problemen wordt gecreëerd.
Boeren-, natuur- en ondernemersorganisaties hebben voorstellen gedaan waarmee de stikstofreductie wordt versneld door een combinatie van innovatie, vrijwillig verplaatsen of vrijwillig stoppen en agrarisch natuurbeheer in een gebiedsgerichte aanpak. De ruimte voor innovatie is in de plannen van de beide ministers echter zeer beperkt. LTO zelf trekt op dit moment een streep voor het Rijk: “hier kunnen we zo niet aan meewerken.”