16-04-2023 LEMMER – Al twee jaar op rij blijkt in een beweidingsproef van Wageningen Livestock Research op Dairy Campus in Leeuwarden dat de methaanemissie op basis van vers gras mogelijk te hoog wordt ingeschat. Uit de resultaatanalyse in 2022 blijkt dat de methaanemissie in 2020 én 2021 bij volledige weidegang het laagst was, vergeleken met zomerstalvoedering en graskuil. Met vers gras en weidegang kunnen melkveehouders niet alleen de ammoniakuitstoot, maar ook de methaanemissie verminderen.
In proefonderdeel A maakten de onderzoekers een vergelijking tussen een volledig graskuilrantsoen, volledige weidegang en zomerstalvoedering. In onderdeel B vergeleken zij gras met een korte groeiduur en gras met een langere groeiduur. De enterische methaanemissie was het laagst bij volledige weidegang en bij gras met korte groeiduur, ongeacht het jaar of de periode.
De gemiddelde methaanopbrengst bij volledige weidegang was 17,2 gram methaan per kilo droge stof, bij zomerstalvoedering 18,3 gram en bij graskuil 21,0 gram. Ook de groeiduur van gras blijkt relevant, hoewel de verschillen kleiner zijn: de methaanopbrengst van gras met een korte groeiduur bij beperkte weidegang was 20,0 gram per kilo droge stof en bij beperkte weidegang op lang gras was dit 20,9 gram.
De gemeten spreiding in methaanemissie hangt af van seizoen, oogstmethode en groeistadium, en dat biedt perspectief voor het verminderen van enterische methaanemissie op basis van graslandmanagement. De onderzoekers concluderen dat de methaanemissie van vers gras samenhangt met de kwaliteit van het verse gras tijdens het seizoen.
Verschillende voedingswaarden van het verse gras lijken de methaanemissie te beïnvloeden. Uit dit onderzoek blijkt namelijk ook dat de methaanopbrengst hoger was bij een hoger ruwe celstofgehalte of een lagere verteringscoëfficiënt van organische stof. Dit is in lijn met inzichten uit eerder onderzoek. Een hypothese is dat de afbraak van suikers mogelijk anders verloopt bij vers gras dan bij graskuil. Dit wordt in het vervolg van het onderzoek verder uitgezocht.
Uit de resultaten blijkt dat de gemiddelde emissiefactor van vers gras mogelijk te hoog wordt ingeschat. Bovendien houdt de huidige emissiefactor geen rekening met seizoen, oogstmethode en groeistadium. De gemeten spreiding in methaanemissie door seizoen, oogstmethode en groeistadium toont aan dat het niet alleen belangrijk is om het niveau van de emissiefactor van vers gras juist in te schatten, maar dat daarbij ook de graskwaliteit moet worden meegenomen.
In het onderzoek was met name de lage methaanopbrengst bij het voorjaarsgras opvallend. Twee jaar op rij werd in het voorjaar een methaanopbrengst van minder dan 14,8 gram methaan per kilo droge stof gemeten. Hoewel de gevonden resultaten consistent zijn, is hiervoor nog geen eenduidige verklaring gevonden.