18-11-2021 LEMMER – Huidige staat van de Nederlandse waterkwaliteit staat zwaar onder druk. Nederland scoort een ruime onvoldoende volgens de normen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Met name de ecologische waterkwaliteit scoort een dikke onvoldoende: 99% van de KRW-waterlichamen voldoet niet op grond van de KRW gestelde norm. Voor de chemische waterkwaliteit is dit 58%. De overige wateren (eenderde van alle zoet- en brakwatervolume, met name stadswateren en sloten) zijn door Nederland vrijgesteld van Europese rapportage, waardoor de waterkwaliteit daar niet tot nauwelijks
wordt gemonitord.
De meeste respondenten van het onderzoek geven aan dat het niet best gesteld is met de
waterkwaliteit van overige wateren. Dit vermoeden wordt gesterkt door de schaarse watermetingen die wel
openbaar zijn. Een meerderheid (9 van de 13 stakeholders) geeft aan dat ze niet verwachten dat Nederland in 2027
de gestelde doelen voor waterkwaliteit binnen de KRW zal behalen. Het PBL bevestigt dit beeld.
Belangrijkste oorzaken van vervuiling
De slechte waterkwaliteit in Nederland wordt veroorzaakt door vier belangrijke bronnen van vervuiling:
1) nitraat en fosfaat uit mest,
2) bestrijdingsmiddelen
3) riooloverstort en
4) de zogenaamde ‘nieuwe stoffen’ (medicijnresten en andere microverontreinigingen).
In het verbeteren van de waterkwaliteit is de De leer van het systeem van vormen door en in water van de Nederlandse wateren daarnaast een belangrijk knelpunt. Oftewel: de vorm van de wateren en hoe natuurlijk deze zijn (bijvoorbeeld of het water kan meanderen, de bodem en doorstroming natuurlijk zijn en of de oever geleidelijk of steil oploopt).
De reden dat deze vervuiling kan plaatsvinden, is een ineffectief waterkwaliteitsbeheer in Nederland. Dit ligt
met name aan versnippering van verantwoordelijkheden over verschillende bestuursorganen, en ontoereikend
bronbeleid en handhaving.
Het onderzoek is gericht op de eerste drie belangrijkste bronnen van vervuiling en de
inrichting van het waterbeheer. De nieuwe stoffen staan al op de radar bij zowel waterbeheerders als beleidsmakers,
waardoor we de specifieke problematiek rondom deze stoffen niet hebben betrokken bij dit onderzoek.
Knelpunten voor bereiken goede waterkwaliteit
• Versnipperde verantwoordelijkheden: Door de versnippering van de bestuurlijke verantwoordelijkheden
voor water(kwaliteit) over de Nederlandse overheid (Rijksoverheid en lagere overheden) is het onnodig
ingewikkeld om eenduidig beleid op waterkwaliteit te ontwikkelen, uit te voeren en te handhaven.
• Ontbreken effectief bronbeleid: De overheid schiet te kort door geen adequaat bronbeleid te voeren. Er
wordt vooral ingezet op end-of-pipe oplossingen, maatregelen nadat de vervuiling al heeft plaatsgevonden.
Als de bronnen van vervuiling niet worden weggenomen (bronaanpak), blijft het ‘dweilen met de kraan open’.
Ecologische waterkwaliteit is complex, waardoor op de lange termijn alleen een bronaanpak effectief en met een
blijvend effect de waterkwaliteit kan verbeteren.
• KRW slecht geïmplementeerd: Nederland heeft bij het ingaan van de KRW een onderscheid gemaakt
tussen KRW-wateren en overige wateren. De overige wateren vallen zo buiten de huidige rapportages over
waterkwaliteit. De overige wateren zijn echter de haarvaten van het Nederlandse watersyteem en zijn daarmee
cruciaal voor de algehele waterkwaliteit in Nederland. In de uitvoering ontbreekt het bovendien aan een
gedegen systeemanalyse. In een watersysteemanalyse kijk je vanuit een integrale blik naar het hydrologisch én
ecologisch functioneren van watersystemen. Door een systeemanalyse ontstaat er een logische relatie tussen
doelen, maatregelen, beheer en monitoring. Door het ontbreken van een systeemanalyse zijn de gestelde KRWdoelen en genomen maatregelen niet overal passend bij de aard van het desbetreffende water.
maart 2019 natuur & Milieu | Waterkwaliteit & biodiversiteit 5
• Kwantiteit boven kwaliteit: We zijn meesters in het voorkomen van overstromingen en het afvoeren van
overtollig water uit de polders, zodat we allemaal droge voeten houden. Zaken als waterveiligheid en waterpeil
hebben veelal een hogere prioriteit dan waterkwaliteit, zowel voor KRW-waterlichamen als overige wateren.
De projecten voor verbeteren van waterkwaliteit die wel plaatsvinden, blijken doorgaans weinig effectief.
Conclusie en aanbevelingen
De waterkwaliteit in Nederland is momenteel onvoldoende. Dit heeft gevolgen voor zowel het ecosysteem en
de biodiversiteit, als voor de kosten voor het gebruik van schoon drinkwater. Oude problemen zoals industriële
lozingen zijn grotendeels opgelost, maar andere problemen blijven bestaan of zijn zelfs gegroeid. Door de
intensieve landbouw blijven er veel mest en bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht komen. Door
klimaatverandering zijn er vaker hoosbuien waardoor vaker riooloverstort plaatsvindt en het oppervlaktewater
wordt vervuild met rioolwater. Om de KRW-doelen voor een goede waterkwaliteit in 2027 te behalen, moeten
zo snel mogelijk de juiste maatregelen genomen worden. Immers, herstel van ecologische waterkwaliteit is
een langzaam en complex proces.
Het is maar de vraag of alle partijen bereid zijn en of kunnen krijgen om de doelen alsnog te kunnen behalen. Kijk voor meer info ook op deze link