Ondernemers verwachten meer personeel en investeringen in 2025

06-11-2024 LEMMER – Ondernemers verwachten in 2025 meer personeel aan te nemen en meer te investeren, maar deze verwachtingen zijn minder positief dan een jaar geleden. Daarnaast blijft het ondernemersvertrouwen vrijwel onveranderd licht negatief. De belangrijkste belemmering die ondernemers ervaren is nog steeds een tekort aan arbeidskrachten. Dit melden het CBS, KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), MKB-Nederland en VNO-NCW op basis van de Conjunctuurenquête Nederland.

Ondernemers verwachten volgend jaar per saldo een toename van de personeelssterkte. Wel zijn de verwachtingen minder positief dan vorig jaar. Vooral in de cultuur, sport en recreatie en de verhuur en handel van onroerend goed verwachten minder ondernemers het personeelsbestand uit te breiden. In de zakelijke dienstverlening en informatie en communicatie zijn ondernemers het meest positief over de ontwikkeling van de personeelssterkte in 2025. Alleen in de delfstoffenwinning verwachten ondernemers per saldo een afname van het aantal arbeidskrachten.

Vastgoedsector verwacht meer te investeren in 2025
Acht bedrijfstakken verwachten in 2025 meer te investeren dan in 2024; vijf bedrijfstakken verwachten minder te investeren. In de verhuur en handel van onroerend goed, de delfstoffenwinning en de vervoer en opslag zijn de verwachtingen het meest positief. Bij de autohandel en –reparatie en de landbouw, bosbouw en visserij sloeg het negatieve saldo van vorig jaar om naar een positief saldo. De cultuur, sport en recreatie en de detailhandel laten een tegengestelde ontwikkeling zien. Daar zijn de verwachtingen negatief geworden en verwachten ondernemers volgend jaar minder te investeren dan dit jaar.

Ondernemersvertrouwen blijft nagenoeg gelijk
Vanaf eind 2021 tot eind 2022 daalde het ondernemersvertrouwen tot -22,2. Sindsdien herstelde dit geleidelijk. Het ondernemersvertrouwen was aan het begin van het vierde kwartaal met -3,1 nog steeds negatief. Ten opzichte van het voorgaande kwartaal is de stemmingsindicator vrijwel gelijk gebleven. Het ondernemersvertrouwen ligt op dit moment iets boven het gemiddelde (-4,0) van de reeks vanaf 2012.

Ondernemersvertrouwen meest negatief in horeca
In de meeste bedrijfstakken was het ondernemersvertrouwen aan het begin van het vierde kwartaal negatief. Het meest negatief zijn ondernemers in de horeca; ten opzichte van het derde kwartaal nam de stemmingsindicator hier het sterkst af van alle bedrijfstakken. In de zakelijke dienstverlening en de detailhandel verbeterde de stemming het sterkst, en in de zakelijke dienstverlening sloeg de stemmingsindicator om van negatief naar licht positief. In de delfstoffenwinning zijn ondernemers het meest positief gestemd, gevolgd door ondernemers in de vervoer en opslag en de verhuur en handel van onroerend goed.

Tekort aan arbeidskrachten nog steeds voornaamste belemmering
Aan het begin van het vierde kwartaal van 2024 ervoer ruim 38 procent van de ondernemers een tekort aan arbeidskrachten als voornaamste belemmering in de bedrijfsvoering. Dit is sinds het derde kwartaal van 2021 onafgebroken de meest gekozen belemmering. Binnen de vervoer en opslag, de autohandel en –reparatie en de zakelijke dienstverlening ervoer meer dan de helft van de ondernemers dit als voornaamste belemmering. Bijna 34 procent van de ondernemers ervoer geen belemmeringen in de bedrijfsvoering.