Ook natuurdeskundigen kritisch over concept Beleidskader Doelwijziging Natura 2000

17-01-2023 LEMMER – Het ministerie van LNV heeft een concept Beleidskader Doelwijziging Natura 2000 opgesteld. Het is een technische verkenning naar mogelijkheden om de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden te wijzigen. Het beleidskader gaat op een aantal belangrijke punten voorbij aan de verplichtingen van de Vogel- en Habitatrichtlijn, stellen Raoul Beunen, hoogleraar Milieubeleid aan de Open Universiteit, Kirsten Haanraads van het Wereld Natuur Fonds en Sander Turnhout van SoortenNL

In de Habitatrichtlijn is een verslechteringsverbod opgenomen. Lidstaten moeten er alles aan doen om verslechtering van beschermde habitats en populaties te voorkomen. Het is een juridische ondergrens waarmee verder verlies van biodiversiteit voorkomen moet worden. Die ondergrens is het uitgangspunt van het concept Beleidskader Doelwijziging Natura 20000, stellen Beunen, Haanraads en Turnhout.

Het concept Beleidskader gaat ten onrechte uit van een verslechtering ten opzichte van de situatie op het moment van aanwijzing als Natura 2000-gebied. De internationale verplichtingen betekenen echter dat indien een betere staat van instandhouding is bereikt, deze verbeterde staat als referentie moet dienen voor het verslechteringsverbod.

Een ander kritiekpunt betreft een beperkte focus op de landelijke staat van instandhouding van soorten en habitats. De staat van instandhouding is een concept waarmee invulling wordt gegeven aan de omstandigheden die nodig zijn om ervoor te zorgen dat habitats en soorten duurzaam kunnen voortbestaan. In het concept Beleidskader ligt de nadruk op het landelijk niveau in de veronderstelling dat tussen gebieden geschoven kan worden met verbeter- en uitbreidingsdoelen.

Uit de Habitatrichtlijn en jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie volgt echter dat het concept gunstige staat van instandhouding op meerdere niveaus moet worden beoordeeld. Het gaat om een samenhang van Europees, tot nationaal, regionaal én gebiedsniveau. Voor veel soorten en habitats is juist de staat van instandhouding op gebiedsniveau van belang.

Beunen, Haanraads en Turnhout bekritiseren ook de focus op de kwantitatieve dimensie van natuurbehoud in het beleidskader. Het uitgangspunt is dat natuurbehoud op orde is als gebiedsdoelen ten aanzien van hectares en populatieomvang bij elkaar opgeteld voldoen aan de op landelijke niveau geformuleerde doelstellingen. Daarbij wordt onvoldoende aandacht gegeven aan de kwalitatieve dimensies van natuurbescherming.

In het concept Beleidskader Doelwijziging wordt een onderscheid gemaakt tussen behoudsdoelstellingen enerzijds en verbeter- en uitbreidingsdoelstellingen anderzijds. In de Habitatrichtlijn bestaat het verschil tussen behoudsdoelen enerzijds en verbeter- en uitbreidingsdoelen anderzijds niet, aldus  Beunen, Haanraads en Turnhout.