13-12-2022 LEMMER – Het doel uit het Klimaatakkoord om in 2030 minimaal 35 terawattuur elektriciteit uit zonne- en windparken op land te produceren blijft haalbaar, hoewel het tempo van verdere concretisering in het afgelopen jaar lijkt te zijn afgenomen. Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de publicatie ‘Monitor RES 2022: Een voortgangsanalyse van de Regionale Energiestrategieën’.
Om het doel uit het Klimaatakkoord van 2019 te realiseren hebben 30 energieregio’s in 2021 Regionale Energiestrategieën vastgesteld. Naar verwachting zullen wind- en zonneparken op land 41 terawattuur produceren in 2030. Dit is een middenwaarde in een bandbreedte van 35 tot 46 terawattuur. Nog steeds zijn de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk, de ruimtelijke uitwerking van de plannen en het bestuurlijk draagvlak voor de realisatie nadrukkelijk uitdagingen voor zowel de korte als langere termijn.
De realisatie van projecten voor grootschalige zon-pv en windenergieprojecten op land is het afgelopen jaar doorgegaan. De geschatte elektriciteitsproductie in 2030 uit operationele, aangesloten projecten is met 4 terawattuur gegroeid tot 23 terawattuur. Tegelijk is de geschatte productie van voorgenomen maar nog niet gerealiseerde projecten met subsidiebeschikking én vergunning met 4 terawattuur gekrompen.
Samen bedraagt de geraamde productie uit operationele en ‘pijplijn’-projecten 31 terawattuur in 2030. De plannen in de in 2021 vastgestelde Regionale Energiestrategieën tellen op tot 55 terawattuur: ruim meer dan het doel. Echter, de voortgang bij de concretisering van de voorgenomen plannen stagneert.
Voor veel initiatieven zijn de trajecten rond maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak, ruimtelijke planvorming, financiering of het verkrijgen van een aansluiting op het netwerk nog niet afgerond of zelfs nog niet gestart. Tegelijkertijd zou een hogere realisatie dan 35 terawattuur goed passen bij een sneller groeiende vraag naar hernieuwbare elektriciteit door hoge gasprijzen en vergroening van de economie.
Grenzen aan de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk vormen inmiddels een structurele belemmering bij de uitvoering van plannen. Op de korte termijn kunnen daardoor minder nieuwe grootschalige zonneparken een aansluiting op het netwerk krijgen. Oplossingen voor de korte termijn richten zich op efficiënter gebruik van het bestaande netwerk. Voor de langere termijn hebben netbeheerders de intentie om hun jaarlijkse investeringen voor verzwaring van hun netwerken te verdubbelen tussen 2020 en 2030 ten opzichte van de 10 jaar daarvoor. In de zomer 2022 is de nationale taskforce netcongestie opgericht om de problemen rond het netwerk te verminderen.
Meer informatie is te vinden in de publicatie ‘Monitor RES 2022: Een voortgangsanalyse van de Regionale Energiestrategieën’.