12-03-2023 LEMMER – In 2022 produceerden 70% van de melkveebedrijven meer dierlijke mest dan volgens de gebruiksnormen op eigen grond mag worden aangewend. Het aantal melkveebedrijven met een mestoverschot daalde met drie procentpunt ten opzichte van 2021. Van de hokdierbedrijven had 90% bedrijven een overproductie aan mest en diende er mest te worden afgevoerd. Dat is vier procentpunten minder dan in 2021.
Bij het vaststellen van de hoeveelheid stikstof in geproduceerde mest wordt de uitscheiding van stikstof verminderd met verliezen in stallen en mestopslagen. Voor de mestwetgeving mogen boeren hierbij uitgaan van forfaitaire stikstofverliezen, via de stikstofcorrectie. De hoeveelheid stikstof in de mest berekend met de forfaitaire stikstofcorrectie bepaalt of er wettelijk gezien sprake is van overproductie.
Het Compendium voor de Leefomgeving gaat bij de bepaling van de overproductie niet uit van de forfaitaire stikstofverliezen maar van verliezen die berekend zijn met het National Emission Model for Agriculture (NEMA). De hoeveelheid stikstof in de mest op basis van forfaitaire waarden kan afwijken van de hoeveelheid stikstof in de mest berekend met NEMA.