12-01-2024 LEMMER – Provincies doen een aanbod aan de partijen die proberen een nieuw kabinet te formeren om samen een succes te maken van de gebiedsaanpak in het landelijk gebied. Wat dat aanbod precies inhoudt is door het Interprovinciaal Overleg verwoord in de propositie ‘Handen uit de mouwen voor een toekomstbestendig landelijk gebied’.
De provincies bepleiten meer aandacht voor leefbaarheid en een bredere benadering van natuur. De opgaven voor het landelijk gebied moeten minder technocratisch, sectoraal en juridisch worden aangevlogen. In beleid en bij uitvoering en financiering van plannen moet ook voldoende oog zijn voor effecten op leefbaarheid en een gezonde leefomgeving.
Natuurherstel is de sleutel om problemen bij vergunningverlening weer vlot te trekken, maar herstel is van meer factoren afhankelijk dan alleen stikstof, schrijven de provincies. Met name water is hierbij een bepalende factor. Ook dient natuur meer als oplossing te zien voor andere maatschappelijke opgaven, zoals het vasthouden van water en verkoeling van steden.
De provincies willen wederzijdse afspraken maken over de aanpak voor het landelijk gebied en deze uiterlijk een half jaar na de formatie vastleggen in een bestuursakkoord tussen Rijk en provincies. In dit akkoord willen de provincies afspraken maken die uitvoering op gang houden en duidelijkheid bieden voor lange termijn. Dit gaat over financiële zekerheid, realisme en flexibiliteit en over langjarige duidelijkheid over de doelstellingen.
Het gaat om afspraken over een meer integrale werkwijze van het Rijk, waaronder een integrale inzet van middelen voor integrale plannen en een langjarige aanpak met zekerheid over de uitvoering. Belangrijk is dat het Rijk de benodigde daling van emissies grotendeels zeker stelt via generieke maatregelen. Minimaal de helft van de benodigde reductie moet worden bereikt via generieke maatregelen. Ondernemers dienen zo snel mogelijk perspectief en duidelijkheid te krijgen via een systeem van doelsturing.
Er kunnen bijvoorbeeld normen voor emissies op bedrijfsniveau worden vastgesteld, waarbij het ondernemers vrij staat te bepalen hoe zij de doelen halen. Tevens dringen de provincies aan op een snelle invoering van een rekenkundige ondergrens. Dit kan vergunningverlening weer op gang brengen en een oplossing bieden voor veel PAS-melders en interimmers.
Ook wordt opgeroepen om het Natuurpact deels te actualiseren. De provincies willen afspraken over hoe om te gaan met gestegen kosten voor natuurbeheer, de aanpak van exoten en faunaschade en de doorontwikkeling van de monitoring.