18-08-2023 LEMMER – Temperaturen in Nederland kennen de afgelopen eeuw een sterke toename. Dit geldt ook voor extreme temperaturen. Uit de analyse van een verschillende indicatoren voor hoge en lage temperaturen is gebleken dat de trends in deze extremen in alle gevallen een statistisch significant stijgend, respectievelijk dalend patroon vertonen: de hitte in de zomer neemt toe, en koude-extremen in de winter nemen juist af. De trendmatige verandering in deze indicatoren vindt vooral plaats vanaf circa 1970.
De geschatte trend in de jaarlijks gemiddelde maximum temperaturen vertoont temperaturen die opgelopen van gemiddeld 29,8 ºC in 1906 naar gemiddeld 34,1 ºC in 2022. De statistische analyse laat zien dat deze toename in 117 jaar sterk significant is, namelijk van 4,3 ± 1,6 ºC . Verder heeft de toename van 4,2 ºC geheel plaatsgevonden in de laatste 50 jaar. Over de periode 1906-1970 is de trend redelijk stabiel in de tijd.
Een zomerse dag is gedefinieerd als een dag met een maximum temperatuur van 25 ºC of hoger. Daarin blijkt er een trendmatige toename van 9 dagen in 1906 naar 25 dagen in 2022. Ook deze toename vindt vooral plaats in de laatste 50 jaar van de reeks. Een maat voor de duur van hoge temperaturen is de lengte van een periode waarin het elke dag 25 graden of warmer wordt. De trend in de lengte van de maximum aaneengesloten periode met zomerse dagen is opgelopen van 4 dagen in 1906 naar 7 dagen in 2022.
De minimum temperatuur voor een station is gedefinieerd als het laagst gemeten dag-minimum over een heel jaar. De jaarlijks gemiddelde minimum temperatuur is opgelopen van gemiddeld -10,2 ºC in 1907 naar gemiddeld -6,5 ºC in 2022. De statistische analyse laat zien dat de trendmatige toename van 3,7 ºC in 116 jaar significant is, ondanks de zeer sterke jaar-op-jaar variabiliteit. Verder laat de trend zien dat de toename van 3,7 ºC geheel heeft plaatsgevonden in de laatste 50 jaar. Over de periode 1907-1970 is de trend redelijk stabiel in de tijd.