23-05-2023 LEMMER – In het Nationaal Strategisch Plan voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid 2023-2027 is 69,5 miljoen euro beschikbaar voor de uitvoering van maatregelen gericht op de instandhouding van de grutto en meer in het algemeen van boerenlandvogels. Daarmee kan het beheer in 18 tot 24 kerngebieden worden gefinancierd. Dat schrijft minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof aan de Tweede Kamer. Ze is het niet eens met de suggestie dat het ‘Aanvalsplan Grutto’ dreigt te stranden door ‘bureaucratisch geharrewar’ tussen het Rijk en de provincies.
Met provincies is afgesproken om voor de uitvoering van het Aanvalsplan Grutto in
het Nationaal Strategisch Plan 69,5 miljoen euro beschikbaar te stellen en hiervoor wordt 52,5 miljoen uit de overhevelingsmiddelen toegevoegd aan het budget voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De resterende 17 miljoen euro betreft de vereiste nationale cofinanciering. Het ministerie van LNV financiert hiervan 50% tot een maximale bijdrage van 8,7 miljoen euro.
De beschikbare middelen voor het Aanvalsplan Grutto in 2023 zijn volledig aangevraagd door agrarische collectieven. Met de financiële middelen vanuit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid kan het beheer in 18 tot 24 gebieden van het Aanvalsplan Grutto worden gefinancierd. Voor de totale uitvoering van het Aanvalsplan Grutto in 34 kerngebieden is meer geld nodig. Provincies zijn gevraagd om dit mee te nemen in de provinciale gebiedsplannen landelijk gebied.
Zolang de integrale besluitvorming over de besteding van het Transitiefonds nog niet afgerond is, en er geen 100% zekerheid is dat in een volgende periode van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid financiering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer voortgezet wordt, zijn provincies terughoudend in het aanbieden van langjarige contracten. Van der Wal wijst er op dat het Nationaal Strategisch Plan al wel de juridische mogelijkheid biedt tot verlenging naar 12-jarige contracten.
Wanneer de provincies de aanvraag voor uitbreiding van beheer en voor langjarige
dekking opnemen in hun gebiedsplannen die ze voor 1 juli aan het Rijk moeten voorleggen, kan het Rijk op basis van de toets aan de doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied besluiten om dit te honoreren. Belangrijk criterium voor de beoordeling is dat de uitgaven bijdragen aan de doelen van het Transitiefonds.