19-10-2021 LEMMER – Het verschil in eigen vermogen tussen woningbezitters en huurders is de afgelopen jaren flink gegroeid. Het CBS meldt vandaag dat het vermogen van huizenbezitters (exclusief hun eigen woning) ruim 13,5 maal zo groot is als dat van mensen in een huurwoning.
Het gemiddelde vermogen van huishoudens met een koopwoning bedroeg vorig jaar €36.300,- tegen €2.600,- voor huurders. 33% van de huizenbezitters heeft naast de woning ook nog andere niet-financiële bezittingen, zoals bedrijfsvermogen en overig onroerend goed. Huurders hebben bijna altijd alleen financieel bezit zoals spaargeld.
Zo’n 35 procent van de huurders heeft schulden. Daar zit tussen huiseigenaren en huurders niet veel verschil in. Wel hebben huurders ongeveer twee keer zo vaak een studieschuld. Het vermogen van huurders is sinds 2013 vrijwel gelijk gebleven. Huizenbezitters zagen hun vermogen in die periode met ongeveer 40% (€10.500,-) groeien, nog afgezien dus van de gestegen waarde van hun woning.
Ruim 55% van de huishoudens met een huurwoning heeft een vermogen van maximaal €5.000,- Onder de huishoudens met een eigen woning had 18 procent een vermogen van die omvang. Van de huurders bezit 5%, 100.000 euro of meer. Die groep is onder huizenbezitters ruim 4 keer zo groot (27%).