25-08-2021 LEMMER – Een advies en accountantsorganisatie berekent uit de bedrijfsresultaten van melkveehouders over 2020 een gemiddelde kritieke opbrengstprijs voor de melk van ruim 37 euro per 100 kilo. Tweederde deel van de melkveebedrijven heeft een kritieke opbrengstprijs boven 36 euro per 100 kilogram. Dit is de opbrengstprijs voor de melk die gemiddeld nodig is om precies alle kosten en uitgaven op het melkveebedrijf te kunnen voldoen. De kritieke opbrengstprijs bepaalt de ruimte die er is om investeringen te doen.
Het melken van een extra koe vergt meestal een investering in extra stalruimte, fosfaatrechten en stikstof. Bij elkaar een investering tussen de 14.000 en 15.000 euro, mede afhankelijk van het melkproductieniveau als het om de fosfaatrechten gaat. In de praktijk blijkt de terugverdientijd van deze investeringen te variëren tussen de 6 en 15 jaar.
Het streven naar volledige grondgebondenheid kan een bedrijfaanzetten tot uitbreiding van het grondareaal. Afgelopen najaar lag de gemiddelde grondprijs in Nederland op ruim 65.000 euro per hectare. Bij 15.000 kilo melk per hectare en een saldo van 20 euro per 100 kilogram melk, wordt een saldo gerealiseerd van 3.000 euro per hectare. Bij 2% rente en aflossen in 30 jaar, bedragen de financieringslasten het eerste jaar 3.445 euro per hectare. Dat is meer dan het saldo.
Eerder werd al berekend dat met bestaande technieken de ammoniakemissie met 28% kan worden gereduceerd. Deze emissiebeperking zou een eenmalige investering vergen van 1,3 miljard euro. Dat staat gelijk aan een investering van bijna 10 euro per 100 kilogram melk. Voor een gemiddeld melkveebedrijf een investeringsbedrag van circa 100.000 euro. Voor bedrijven met een kritieke opbrengstprijs hoger dan 36 euro per 100 kilo is het lastig om een dergelijke investering te doen.