Wijzigingen in wet Waterschapsheffingen in voorbereiding

04-04-2023 LEMMER – Door wijziging van de Wet waterschapsheffingen krijgen Nederlandse waterschappen meer mogelijkheden om het profijtbeginsel toe te passen. Zo kunnen zij een betere verdeling maken van de waterschapsheffingen waarbij er rekening wordt gehouden met de werkzaamheden van het waterschap. Dit kan leiden tot een andere verdeling tussen ingezetenen, eigenaren van gebouwd onroerend goed, eigenaren van ongebouwd terrein en eigenaren van natuurterreinen. De ministerraad heeft op voorstel van minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat ingestemd met verzending van het wetsvoorstel naar de Raad van State.

Er wordt een nieuwe kostentoedelingsmethode bij de watersysteemheffing voorgesteld zodat het profijtbeginsel beter kan worden toegepast. De nieuwe methode is gebaseerd op gebiedskenmerken. De belangrijkste kenmerken hierbij zijn het aantal hectares natuur en ongebouwde gronden. Voorbeelden van kenmerken die de waterschappen ook kunnen laten meewegen zijn de hoeveelheid recreatieterreinen, de mate van agrarisch natuurbeheer en de hoeveelheid primaire keringen.

Het wetsvoorstel regelt ook dat Rijkswaterstaat en waterschappen geen schadelijke stoffen meer hoeven te gebruiken bij het meten van de vervuiling in afvalwater. Met dit voorstel wordt een nieuwe methode voorgesteld om de vervuilingswaarde van het afvalwater te bepalen. De huidige methode maakt namelijk gebruik van vervuilende stoffen.

Waterschappen krijgen ook meer mogelijkheden om belastingopbrengsten te investeren in klimaatadaptatie, de energietransitie en de circulaire economie. In de huidige Waterschapswet is niet altijd duidelijk in hoeverre waterschappen hierin mogen investeren. Het gaat dan bijvoorbeeld maatregelen om hemelwaterafvoer te beperken en duurzame energie om klimaatneutraal te worden. Dit wetsvoorstel maakt duidelijk dat dit mag.